een leuke ontmoeting op Jura
Door: Esther
Blijf op de hoogte en volg Esther en Wiro
20 Augustus 2007 | Verenigd Koninkrijk, Londen
Na Oban gaan we verder richting zuiden. We zien niet meteen waar we het beste naar toe kunnen gaan omdat het hier barst van vele kleine eilandjes. We hebben in ieder geval westenwind dus we moeten ervoor zorgen dat we ergens beschut kunnen liggen in een baai. Na enig zoekwerk hebben we besloten naar het eiland Jura te gaan.
We zien een diepe baai (Loch Tarbert) waar we beschut zouden moeten liggen voor de nacht. Als we ons anker uit willen gooien zien we een motorbootje op ons af komen. We roepen de mensen en vragen of het hier goed ankeren is. Ze vertellen dat we beter iets meer richting de rotsen kunnen gaan liggen, dat is nog meer beschut. Dat doen we. We zien dat ze uit het bootje stappen en naar het einge huis lopen wat we in de verste verte kunnen zien. Als we zeker weten dat we zo vast als een huis liggen gaan we met onze eigen bijboot aan wal. We lopen langs het huis en zien een kleine pony in de tuin rond lopen. Hij loopt zo voor de ramen van het huis langs. We lopen verder en komen er achter dat dit echt het enige huis is hier. Eromheen zijn allemaal bergen, er stroomt een riviertje, maar verder geen enkele levende ziel te bekennen. Op een gegeven moment horen we de pony heel hard hinnikken en we zien dat hij los loopt. Hij loopt richting de plaats waar wij met onze bijboot aan land zijn gekomen. We begrijpen waarom hij dit doet want om de bocht komen mensen met een ander paard aangelopen. Als ze naderbij komen zien we dat het paard een geschoten hert op zijn rug meetorst. De mannen van het huis waren op jacht geweest en hadden een hert geschoten. (Het viel de Noormannen al op hoeveel edelherten er op het eiland rondliepen. Zij noemden het eiland dan ook Jura, wat in hun taal “hert” betekende. Er leven er nog zeker 5000 en slechts 200 mensen. Er is maar een weg op het toch 45 km lange eiland.)
We raken aan de praat met de jagers en al snel worden we uitgenodigd om diezelfde avond op de borrel te komen in het huis.
We nemen een fles wijn mee als we erheen gaan. Het is heel gezellig in het huis, en we komen erachter dat dit het zomerverblijf is van deze mensen. Ze zijn er met de hele familie, erg gezellig is het. Bevoorraden doen ze met de boot via het meer vanaf de andere kant, dat ligt namelijk dichter bij de bewoonde wereld. De paarden hebben ze via de bergen bij het huis gekregen. Er loopt namelijk geen openbare weg naar het huis, en het eerste dorp ligt drie mijl van deze plek af, over de bergen heen. Omdat wij een fles wijn hebben meegenomen krijgen wij in ruil daarvoor een fles whiskey van de heer van het huis. Hij vertelt ooit een houten vat whiskey gekocht te hebben van 800 liter. De belasting erover was meer dan de whisky zelf vertelt hij!! Een whiskey uit 1969, en op de fles lezen we op het etiket “Lord Astor”. We zijn blijkbaar bij een Lord op bezoek geweest!!!!! Wie had dat verwacht als je ergens in een baai ankert dat je diezelfde avond bij een Lord op bezoek gaat. We slapen rustig die nacht op ons anker (geen harde wind gekregen die voorspeld was) en varen de volgende dag verder naar Portpatrick, wat net nog in Schotland ligt. We hebben weinig wind waardoor we veel moeten motorren. De haven van Portpatrick is behoorlijk nauw. En er zijn nogal wat zandbanken waar je op vast kan lopen. Gelukkig is het hoogwater als wij arriveren. Ik navigeer Wiro weer door de engtes heen (ook zijn er op de huizen in het dorp merktekens gemaakt voor schepen om de juiste koers te varen) en zonder de grond te raken leggen we de Zwerver aan de wal.
Middernacht horen we een hoop kabaal in de haven net naast onze boot, en in een keer beweegt onze boot een beetje. Wij vliegen als de wiedeweerga uit ons bed om te kijken wat er aan de hand is. We zien dat we Franse buren hebben gekregen die door de lifeboat naast ons neer zijn gelegd. Het mooie was nog dat Wiro een praatje had gemaakt met een Engels koppel achter ons in een zeilboot en die hadden het er al over dat er steeds een Frans jachtje achter hen aanzat, en dat die steeds in het donker een haven inliep waar zij ook net waren. Ze begrepen al niet waar het Franse jachtje bleef. Daar waren ze dan. De volgende dag voordat we vertrekken horen we van de havenmeester dat ze in de monding van de haven vast hadden gezeten op de zandbank en dat de lifeboat ze eruit heeft moeten trekken. Daarom lopen wij NOOIT in het donker een voor ons onbekende haven aan. En al zeker niet zo’n haventje met allemaal zandbanken en waar je precies moet navigeren. Het typische was dat op de boot “ecole de voile” stond. Ik denk dat ze aan het oefenen waren om in het donker te navigeren..........
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley